Uitspraak
gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te Amsterdam,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
Deze belangenbehartiging bestaat uit het recht om namens de rechthebbenden de auteursrechten te exploiteren, bijvoorbeeld door middel van het verstrekken van licenties, en op te treden tegen inbreuken. Pictoright behartigt onder meer de belangen van (de erven van) Pablo Picasso, Wassily Kandinsky, Henri Matisse, Edvard Munch, Joan Miro, Marc Chagall, Francis Bacon, Bruno Paul, Hans Bohrdt, Henk Hofstra en Rie Cramer en tot 1 januari 2011 Paul Klee (hierna: de rechthebbenden).
Als uitgangspunt heeft te gelden dat sprake is van een nieuwe openbaarmaking in de zin van art. 12 Aw in geval het door de rechthebbende in het verkeer gebrachte exemplaar in een andere vorm onder het publiek wordt verspreid, hetgeen leidt tot een nieuwe exploitatiemogelijkheid voor degene die deze nieuwe vorm van het oorspronkelijk in het verkeer gebrachte exemplaar verhandelt. De papieren poster, zoals die door de rechthebbenden in het verkeer is gebracht, wordt vervangen door een afbeelding op een canvasdoek op een houten frame. De overbrenging van de drukinkt op canvast vormt een verandering in de toestand van de betrokken exemplaren die van wezenlijk andere orde is dan het inlijsten van de bewuste poster. Het canvasdoek heeft een ander uiterlijk en de kleur van de “canvas transfer” heeft een ander aanzien dan de kleur van de poster.
De “canvas transfer” kan derhalve niet meer worden beschouwd als het door de rechthebbende in het verkeer gebrachte “exemplaar” in de zin van art. 12b Aw of “materiaal” in de zin van art. 4 ARtl. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat op grond van de strekking en de tekst van art. 4 lid 2 ARtl heeft te gelden dat de uitputting als beperking van het distributierecht van de rechthebbende strikt moet worden geïnterpreteerd en niet optreedt wanneer het gaat om verdere verspreiding van een exemplaar van het werk dat een ingrijpende wijziging heeft ondergaan, zoals in dit geval aan de orde is.
Deze nieuwe vorm leidt voorts tot nieuwe exploitatiemogelijkheden voor Allposters, omdat zij het door een hogere prijsstelling mogelijk maakt een andere doelgroep te bereiken. De slotsom is dat de verhandeling van “canvas transfers” een verboden openbaarmaking inhoudt, dat het beroep van Allposters op uitputting moet worden verworpen, en dat Allposters inbreuk maakt op het auteursrecht van de rechthebbenden. (rov. 4.7.3 – 4.7.14)
Een eventuele latere wijziging in het exemplaar of het materiaal heeft geen gevolgen voor de uitputting.
Ook sluit zij aan bij art. 12 Berner Conventie dat bepaalt dat auteurs van werken van letterkunde of kunst het uitsluitend recht genieten om toestemming te verlenen tot bewerkingen, arrangementen en andere veranderingen van hun werken, aldus nog steeds het samengevat weergegeven standpunt van Pictoright.
Bij de beantwoording van die vragen kan worden uitgegaan van de hiervoor in 3.1 vermelde feiten.
4.Prejudiciële vragen
- b) Indien het antwoord op vraag 2(a) bevestigend luidt, welke maatstaven dienen dan te worden aangelegd om van een wijziging ten aanzien van de vorm van de reproductie te spreken die uitputting als bedoeld in art. 4 lid 2 Auteursrechtrichtlijn verhindert of doorbreekt?
- c) Laten die maatstaven ruimte voor de in het nationale recht in Nederland ontwikkelde maatstaf, inhoudende dat van uitputting niet langer sprake is op de enkele grond dat de wederverkoper de reproducties een andere vorm heeft gegeven en ze in die vorm onder het publiek heeft verspreid (HR 19 januari 1979, NJ 1979/412, Poortvliet)?
5.Beslissing
12 juli 2013.