ECLI:NL:HR:2013:BZ9147
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van een WSNP-zaak wegens nieuwe schulden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 13/01593. De zaak betreft een verzoeker die in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) tussentijdse beëindiging van de schuldsanering heeft aangevraagd wegens nieuwe schulden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof Den Haag, waaruit blijkt dat de verzoeker in een eerder stadium al in de problemen was gekomen met zijn schulden. De Procureur-Generaal heeft in zijn standpunt aangegeven dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard dient te worden op basis van artikel 80a lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De advocaat van de verzoeker heeft hierop gereageerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de verzoeker geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. De Hoge Raad concludeert dat de verzoeker klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep, en dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Daarom verklaart de Hoge Raad het beroep niet-ontvankelijk. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth, en de uitspraak is van belang voor de toepassing van de WSNP in gevallen van nieuwe schulden.