3.1In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
( i) [verweerders] hebben, blijkens een ongedateerde koopovereenkomst, van de Stichting Agrarisch Texel gekocht het woonhuis “[A]” met onder- en bijgelegen grond, staande en gelegen aan [a-straat 1] nabij Oudeschild op Texel (hierna: het woonhuis).
(ii) De overeenkomst is aangegaan onder de ontbindende voorwaarden:
“a. dat koper op uiterlijk 15 maart 1991 van de gemeente Texel nog geen toezegging heeft gekregen dat hij het door hem gekochte mag bewonen.
b. dat koper op uiterlijk 15 maart 1991 nog geen toezegging heeft gekregen dat hij de door hem voor deze aankoop benodigde financiering met gemeentegarantie kan verkrijgen.
(…).”
(iii) Op 25 maart 1991 is het woonhuis geleverd, waarbij [verweerders] en [eiser] gezamenlijk als koper optraden. De akte van levering houdt, voor zover van belang, het volgende in:
“ (…) Alsnu verklaarden de comparanten sub 1 (…) bij deze in volle, vrije en onbezwaarde eigendom over te dragen aan koper, die verklaarde bij deze in volle, vrije en onbezwaarde eigendom aan te nemen, [eiser] voor de helft, en [verweerder 1] en [verweerster 2] tezamen voor de wederhelft: het woonhuis "[A]"(...).”
(iv) Voorts is tussen partijen – medio dan wel eind mei 1991 – bij onderhandse akte een overeenkomst (hierna: de toezichtovereenkomst) gesloten die onder meer het volgende inhoudt:
“overwegende
- dat [verweerder 1] woonachtig is in de door hen, ondergetekenden, tezamen aangekochte woning, [a-straat 1];
- dat [eiser] zijn veehouderij uitoefent in de naast de woning gelegen schuur en op het rond de woning gelegen land;
- dat [eiser] er belang bij heeft dat, gedurende de tijd dat hij niet op zijn bedrijf aanwezig kan zijn, er iemand toezicht houdt op dit bedrijf en zonodig zijn zaken behartigt;
komen overeen:
1. [eiser] draagt op aan [verweerder 1] die aanneemt:
het houden van toezicht op:
- de veestapel van [eiser];
- de opstallen en werktuigen en alle verder tot het bedrijf behorende zaken;
2. Bij het uitoefenen van zijn taak dient [verweerder 1] zich te houden aan de aanwijzingen van [eiser];
3. In geval van onregelmatigheden dient [verweerder 1] [eiser] onverwijld in kennis te stellen;
4. [verweerder 1] kan zelfstandig maatregelen nemen indien de omstandigheden en de belangen van [eiser] dat eisen.”