ECLI:NL:HR:2013:BZ8615
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van het beroep in cassatie inzake besluiten op grond van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 april 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep was gericht tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 24 januari 2012, waarin diverse besluiten op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) aan de orde waren. De Centrale Raad van Beroep had in die uitspraak de nrs. 10/4557, 10/04558, 10/04559 en 10/04560 behandeld, die betrekking hadden op verschillende aspecten van de WWB en de toepassing daarvan op de betrokken persoon.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk is verklaard. Dit betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren die X te Z tegen de eerdere uitspraak had ingebracht. De niet-ontvankelijkverklaring houdt in dat de Hoge Raad van mening is dat er geen grond is om het cassatieberoep te behandelen, mogelijk vanwege procedurele redenen of omdat de zaak niet voldoet aan de vereisten voor cassatie.
Deze uitspraak heeft implicaties voor de betrokkenen, aangezien de eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep daarmee in stand blijft. De beslissing van de Hoge Raad benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedures in het bestuursrecht en belastingrecht, en de noodzaak voor appellanten om ervoor te zorgen dat hun beroepen aan de vereisten voldoen voordat zij een beroep op de Hoge Raad doen.