ECLI:NL:HR:2013:BZ7202
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad door valse verklaringen afgelegd bij de politie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen [verweerster]. De zaak betreft een onrechtmatige daad die voortvloeit uit valse verklaringen die door [verweerster] zijn afgelegd bij de politie. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, waaruit blijkt dat [eiser] in de feitelijke instanties zijn gelijk niet heeft kunnen halen. De advocaat-generaal L.A.D. Keus heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd, waarop de advocaat van [eiser] heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat de Hoge Raad niet verplicht is om nadere motivering te geven als de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerster] zijn begroot op nihil. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.