Uitspraak
wonende te [woonplaats],
zetelende te ’s-Gravenhage,
1.Het geding in feitelijke instantie
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
-door middel van tussenkomst in het onteigeningsgeding
-uitoefent op, kort gezegd, de schadeloosstelling zoals die krachtens rechterlijke beslissing toekomt aan [betrokkene]. Omdat [betrokkene] geen cassatieberoep heeft ingesteld tegen het eindvonnis van de rechtbank waarin de werkelijke waarde van het onteigende is vastgesteld op € 400.000,--, is dat vonnis jegens haar in kracht van gewijsde gegaan. De hoogte van de door de Staat aan [betrokkene] te betalen schadeloosstelling staat derhalve onherroepelijk vast, en daarin kan het cassatieberoep van [eiser] geen verandering brengen. In zoverre gaat het hiervoor in 3.4 weergegeven verweer van de Staat derhalve op.
12 juli 2013.