ECLI:NL:HR:2013:BZ6506
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- V. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de strafoplegging in verband met onbegrijpelijke motivering door het Hof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was veroordeeld voor openlijke geweldpleging en opzetheling, waarbij het Hof een geldboete van € 400,- had opgelegd, subsidiair 8 dagen hechtenis. De Hoge Raad oordeelde dat de motivering van de strafoplegging door het Hof onbegrijpelijk was. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan openlijk geweld tegen een slachtoffer op 20 september 2007 in Utrecht, waarbij zij samen met anderen geweld had gepleegd. Daarnaast had de verdachte een paspoort uit een gestolen tas van het slachtoffer meegenomen, wat als opzetheling werd gekwalificeerd. Het Hof had de strafoplegging gemotiveerd door te verwijzen naar de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd, maar de Hoge Raad vond dat het Hof niet voldoende had onderbouwd waarom de opzetheling in de strafoplegging was meegenomen, vooral omdat de verdachte dit feit niet had erkend. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling. Het beroep werd voor het overige verworpen.