ECLI:NL:HR:2013:BZ5959
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake beklag en beslag met betrekking tot geldboete
In deze zaak gaat het om een cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Zwolle-Lelystad, waarbij een klaagschrift is ingediend door de klager, geboren in 1976. De Rechtbank heeft verzuimd te onderzoeken of het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later aan de verdachte een verplichting tot betaling van een geldboete of een geldbedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal opleggen. De beschikking is onvoldoende met redenen omkleed, wat aanleiding geeft tot cassatie.
De Hoge Raad heeft op 2 april 2013 de bestreden beschikking vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling van het bestaande klaagschrift. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking en tot verwijzing, wat door de Hoge Raad is overgenomen. De beslissing van de Hoge Raad is genomen in raadkamer en uitgesproken tijdens een openbare terechtzitting.
De zaak betreft de beoordeling van het middel dat klaagt over de ongegrondverklaring van het beklag. De Hoge Raad heeft de gronden van de Advocaat-Generaal gevolgd en vastgesteld dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters in zaken die betrekking hebben op beslag en beklag.