ECLI:NL:HR:2013:BZ5407
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf van inbeslaggenomen voorwerp en maatstaf bij klaagschrift
In deze zaak gaat het om een beklag tegen de beslissing van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarbij het hof het verzoek om teruggave van een inbeslaggenomen personenauto, merk Audi A6, ongegrond heeft verklaard. De klager, geboren in 1990, heeft een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, waarin hij verzocht om de teruggave van de auto die in eigendom toebehoort aan hem. De auto was in beslag genomen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen een medeklager, die mogelijk verplicht kan worden om een geldbedrag aan de Staat te betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking van het hof en tot terugwijzing van de zaak, zodat deze opnieuw kan worden behandeld. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak op 26 maart 2013 geoordeeld dat het hof een onjuiste maatstaf heeft aangelegd bij de beoordeling van het klaagschrift. De Hoge Raad herhaalt dat indien buiten twijfel is dat de klager als eigenaar van het voorwerp moet worden aangemerkt, het inbeslaggenomen voorwerp aan de klager moet worden teruggegeven, tenzij zich de situaties van artikel 94a, derde of vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering voordoen.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zodat het hof het klaagschrift opnieuw kan behandelen en afdoen. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste maatstaf bij de beoordeling van klaagschriften in het kader van inbeslagname en de rechten van de eigenaar van inbeslaggenomen goederen.