ECLI:NL:HR:2013:BZ5391
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Verbeurdverklaring en rechtsmiddelen in strafzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van de Rechtbank Middelburg. De betrokkene was vrijgesproken van de gehele tenlastelegging, maar de rechtbank had wel een inbeslaggenomen personenauto verbeurdverklaard. Tegen deze verbeurdverklaring is door de betrokkene hoger beroep ingesteld. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft dit hoger beroep echter als een cassatie ingesteld, wat door de Hoge Raad werd beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had aangenomen dat het rechtsmiddel verkeerd was aangewend. De Hoge Raad stelde vast dat de betrokkene ten tijde van de behandeling in hoger beroep geen verdachte of veroordeelde was, en dat het rechtsmiddel als een beklag moest worden aangemerkt. Dit beklag was tijdig ingediend en diende behandeld te worden door de Rechtbank Middelburg, die in hoogste feitelijke aanleg beslissingen had genomen. De Hoge Raad heeft daarom bepaald dat de stukken van het geding naar de griffier van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, worden gezonden, zodat de Rechtbank de zaak op het bestaande klaagschrift kan berechten en afdoen.