ECLI:NL:HR:2013:BZ5380
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Y. Buruma
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 15 maart 2011, met nummer 23/003953-07. De verdachte, geboren in 1963, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaten, mr. Th.O.M. Dieben en mr. W.A. Monster, beiden werkzaam in Amsterdam. De schriftelijke middelen van cassatie zijn aan het arrest gehecht en maken daar deel van uit. De Advocaat-Generaal, Vellinga, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 26 maart 2013 uitspraak gedaan in deze zaak. De beoordeling van het middel heeft uitgewezen dat het middel niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker. De uitspraak is gedaan in het kader van het strafrecht en betreft een belangrijke beslissing in het cassatieproces.