ECLI:NL:HR:2013:BZ5380

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
11/01892
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 15 maart 2011, met nummer 23/003953-07. De verdachte, geboren in 1963, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaten, mr. Th.O.M. Dieben en mr. W.A. Monster, beiden werkzaam in Amsterdam. De schriftelijke middelen van cassatie zijn aan het arrest gehecht en maken daar deel van uit. De Advocaat-Generaal, Vellinga, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 26 maart 2013 uitspraak gedaan in deze zaak. De beoordeling van het middel heeft uitgewezen dat het middel niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker. De uitspraak is gedaan in het kader van het strafrecht en betreft een belangrijke beslissing in het cassatieproces.

Uitspraak

26 maart 2013
Strafkamer
nr. S 11/01892
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 maart 2011, nummer 23/003953-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. Th.O.M. Dieben en mr. W.A. Monster, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 26 maart 2013.