ECLI:NL:HR:2013:BZ4183
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking van het gerechtshof inzake echtscheiding en partneralimentatie met terugwijzing
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een echtscheiding en de daarbij behorende partneralimentatie. De partijen, een man en een vrouw, waren op 11 mei 1989 met elkaar in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Het huwelijk is ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking op 11 mei 2009. De rechtbank had in een eerdere beschikking de door de man aan de vrouw te betalen alimentatie vastgesteld op € 3.841,-- per maand, met de bepaling dat beide partijen nog nadere inkomensgegevens dienden over te leggen. Bij eindbeschikking heeft de rechtbank de alimentatie verlaagd naar € 2.283,-- per maand en de wijze van verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap bepaald.
In hoger beroep heeft het gerechtshof de alimentatie met ingang van 10 maart 2011 verhoogd naar € 3.439,-- per maand en met ingang van 1 juli 2012 naar € 4.731,-- per maand. Daarnaast heeft het hof de man veroordeeld om een bedrag van € 35.524,-- te voldoen ter zake van overbedeling met betrekking tot de recreatiewoning. De man heeft tegen deze beschikking cassatie ingesteld, waarbij hij aanvoerde dat de beslissing van het hof over het bedrag van € 35.524,-- onbegrijpelijk was, gezien de onderwaarde van de recreatiewoning die aan hem was toebedeeld.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de man terecht waren en dat de beslissing van het hof niet begrijpelijk was. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het gerechtshof en wees de zaak terug naar het hof voor verdere behandeling en beslissing. De Hoge Raad concludeerde dat het hof op twee andere punten grieven van de man gegrond had bevonden, maar nog geen nieuw saldo had bepaald. De Hoge Raad benadrukte dat de veroordeling van de man om een bedrag van € 16.440,-- aan de vrouw te voldoen, losstond van het saldo van € 35.524,-- waar het hof nog verder over moest beslissen.