ECLI:NL:HR:2013:BZ4096
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over executoriaal beslag op aandelen en ontbinding van rechtspersoon
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door [verzoekster] tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem. De zaak betreft executoriaal beslag op aandelen van de vennootschap Ongo B.V., waarvan [verzoekster] de enige aandeelhouder en bestuurder was. Op 23 juli 2010 heeft [verweerster] beslag gelegd op de aandelen van [verzoekster] in Ongo, na een eerder vonnis waarin [verzoekster] werd veroordeeld tot betaling van € 110.000,-- aan [verweerster]. Op 18 januari 2011 heeft [verzoekster] besloten tot ontbinding van Ongo, welke ontbinding op 31 januari 2011 is ingeschreven in het handelsregister.
In de procedure heeft [verweerster] verzocht om te bepalen dat de in beslag genomen aandelen verkocht en overgedragen moeten worden. [Verzoekster] voerde aan dat Ongo op het moment van beslaglegging was ontbonden en geen baten meer had, waardoor de aandelen niet meer konden worden verkocht. De rechtbank heeft [verzoekster] in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van haar stelling, maar heeft uiteindelijk bepaald dat de aandelen verkocht moesten worden. Het hof heeft deze beslissing van de rechtbank bekrachtigd, met de toevoeging dat [verzoekster] verplicht was om jaarstukken van Ongo over te leggen.
De Hoge Raad heeft het beroep van [verzoekster] verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht heeft geoordeeld dat het mogelijk is om in deze procedure het oordeel van het bestuur van de ontbonden rechtspersoon te toetsen, en dat dit niet beperkt is tot faillissementsprocedures. De Hoge Raad bevestigde dat de rechter ook in andere procedures kan onderzoeken of een ontbonden rechtspersoon nog baten heeft. De kosten van het geding in cassatie zijn voor rekening van [verzoekster].