ECLI:NL:HR:2013:BZ3630
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tot herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 maart 2013 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Groningen. De aanvrager was veroordeeld voor eenvoudige belediging van een ambtenaar en voor het opzettelijk vernielen van andermans eigendom, met een geldboete van € 400,- of 8 dagen hechtenis als alternatief. De aanvraag tot herziening was gebaseerd op de stelling dat er sprake was van een persoonsverwisseling, wat volgens de aanvrager een gegeven zou zijn dat onder artikel 457, eerste lid aanhef en onder c van het Wetboek van Strafvordering valt.
De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd dat de aanvraag tot herziening afgewezen moet worden. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de door de aanvrager aangevoerde gronden niet voldoen aan de vereisten van artikel 457 Sv. Dit artikel stelt dat voor herziening slechts een door bescheiden gestaafd gegeven kan dienen dat niet bekend was tijdens de terechtzitting en dat een ernstig vermoeden wekt dat, indien dit gegeven bekend was geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst had geleid.
De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat de aanvraag ongegrond is en heeft deze afgewezen. De beslissing is genomen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.