ECLI:NL:HR:2013:BZ2782
Hoge Raad
- Cassatie
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- G. de Groot
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de beschikking van de rechter-commissaris inzake redelijke termijn in faillissement
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Coöperatieve Rabobank Parkstad Limburg U.A. tegen een beschikking van de rechter-commissaris. De zaak betreft een verzoek tot cassatie in het kader van een faillissement, waarbij de curator, mr. F.H.C. Aarts, niet is verschenen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Maastricht van 2 en 5 juli 2012, die aan de huidige beschikking zijn gehecht. De Bank heeft beroep in cassatie ingesteld tegen deze beschikkingen, en het cassatierekest is eveneens aan de beschikking gehecht.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman was om het cassatieberoep te verwerpen. De advocaat van de Bank heeft op 1 februari 2013 gereageerd op deze conclusie. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. Volgens artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat de klachten niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth, en de uitspraak is gedaan door de raadsheren C.A. Streefkerk als voorzitter, C.E. Drion en G. de Groot.