ECLI:NL:HR:2013:BZ1967

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
12/03535 W
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overname van tenuitvoerlegging van een Belgische gevangenisstraf in Nederland

In deze zaak gaat het om een verzoek tot overname van de tenuitvoerlegging van een Belgische gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft op 12 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van de Rechtbank Roermond van 5 juni 2012. De Rechtbank had verlof verleend tot de tenuitvoerlegging in Nederland van een beslissing van het Hof van Beroep te Antwerpen, waarbij aan de veroordeelde een gevangenisstraf van zes jaren was opgelegd. De veroordeelde, geboren in 1964, had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.J. Baumgardt uit Spijkenisse.

De Rechtbank had de veroordeelde een gevangenisstraf opgelegd van 48 maanden en 12 dagen, waarvan 21 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar. Tevens werd bevolen dat de tijd die de veroordeelde in voorarrest had doorgebracht in Duitsland, België en Nederland, in totaal 822 dagen, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf.

De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van de Rechtbank in stand bleef.

Uitspraak

12 februari 2013
Strafkamer
nr. S 12/03535 W
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Roermond van 5 juni 2012, nummer 04/898005-10, omtrent een verzoek van het Koninkrijk België tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing tegen:
[De veroordeelde], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.
1. De bestreden uitspraak
De Rechtbank heeft verlof verleend tot de tenuitvoerlegging in Nederland van de beslissing van het Hof van Beroep te Antwerpen (België) van 28 juni 2007 waarbij aan de veroordeelde een gevangenisstraf van zes jaren is opgelegd. De Rechtbank heeft de veroordeelde ter zake van de in die beslissing vermelde feiten een gevangenisstraf opgelegd van (de Hoge Raad verstaat:) 48 maanden en 12 dagen, waarvan 21 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar. Voorts heeft de Rechtbank bevolen dat de tijd, welke de veroordeelde in de onderhavige zaak in voorarrest in Duitsland, België en Nederland, heeft doorgebracht, in totaal 822 dagen, bij de uitvoering van de aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de veroordeelde. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 12 februari 2013.