ECLI:NL:HR:2013:BZ1441
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van strafoplegging in cassatie wegens ontoereikende motivering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal van benzine uit een auto, wat leidde tot een werkstraf van dertig uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een week. De advocaat van de verdachte, mr. A. Boumanjal, heeft middelen van cassatie voorgesteld, waarbij de Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van de strafoplegging en terugverwijzing naar het Gerechtshof.
De Hoge Raad oordeelde dat de strafmotivering van het Hof ontoereikend was. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte eerder was veroordeeld, maar de Hoge Raad vond dat deze vaststelling niet begrijpelijk was, aangezien er slechts één onherroepelijke veroordeling in de Justitiële Documentatie stond. Hierdoor was de strafoplegging niet voldoende gemotiveerd.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging. De zaak is terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van de straf. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen, wat betekent dat de andere aspecten van de veroordeling in stand blijven. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van strafopleggingen door lagere rechters.