ECLI:NL:HR:2013:BY9705

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00014
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over inbeslagname en vermindering van gevangenisstraf in verband met overschrijding redelijke termijn

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de inbeslagname van een vuurwapen, een Agram Parabellum, en de bijbehorende 29 patronen, patroonhouder en geluiddemper. De verdachte, geboren in 1968, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, dat op 2 december 2010 had geoordeeld over de strafmaat en de inbeslagname. De advocaat van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, had middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest waren gehecht.

De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof in strijd met artikel 353, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering geen beslissing had genomen over het inbeslaggenomen vuurwapen. De Hoge Raad besloot om om doelmatigheidsredenen zelf de zaak af te doen en verklaarde het vuurwapen onttrokken aan het verkeer. Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de door het Hof opgelegde gevangenisstraf van een jaar naar elf maanden en een week.

De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling, omdat het de noodzaak benadrukt van een tijdige beslissing in cassatieprocedures en de gevolgen van overschrijding van de redelijke termijn voor de strafmaat. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor zover het de beslissing over het vuurwapen betrof, en verwerpt het beroep voor het overige.

Uitspraak

5 februari 2013
Strafkamer
nr. S 11/00014
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zitting houdende te 's-Gravenhage, van 2 december 2010, nummer 22/000251-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de onttrekking aan het verkeer zal gelasten van de inbeslaggenomen voorwerpen en het beroep voor het overige zal verwerpen.
2. Beoordeling van het eerste en het tweede middel
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het derde middel
3.1. Het middel klaagt dat het Hof geen beslissing heeft genomen ten aanzien van de inbeslaggenomen goederen.
3.2. De bestreden uitspraak houdt in strijd met art. 353, eerste lid, Sv geen beslissing in ten aanzien van het inbeslaggenomen vuurwapen Agram Parabellum met bijbehorende 29 patronen, patroonhouder en geluiddemper. Het middel klaagt hierover terecht.
3.3. De Hoge Raad zal om doelmatigheidsredenen zelf de zaak afdoen en op grond van art. 36b, eerste lid aanhef en onder 1°, in verbinding met art. 36c, aanhef en onder 2°, Sr het inbeslaggenomen vuurwapen Agram Parabellum met bijbehorende 29 patronen, patroonhouder en geluiddemper onttrokken aan het verkeer verklaren.
4. Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de door het Hof bepaalde gevangenisstraf van een jaar.
5. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen andere dan de hiervoor onder 4 genoemde grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend voor zover daarin geen beslissing is genomen ten aanzien van het inbeslaggenomen vuurwapen Agram Parabellum met bijbehorende 29 patronen, patroonhouder en geluiddemper, alsmede wat betreft de duur van de door het Hof bepaalde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze elf maanden en een week beloopt;
verklaart voormeld vuurwapen Agram Parabellum met bijbehorende 29 patronen, patroonhouder en geluiddemper onttrokken aan het verkeer;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 5 februari 2013.