ECLI:NL:HR:2013:BY9705
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- V. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over inbeslagname en vermindering van gevangenisstraf in verband met overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de inbeslagname van een vuurwapen, een Agram Parabellum, en de bijbehorende 29 patronen, patroonhouder en geluiddemper. De verdachte, geboren in 1968, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, dat op 2 december 2010 had geoordeeld over de strafmaat en de inbeslagname. De advocaat van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, had middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest waren gehecht.
De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof in strijd met artikel 353, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering geen beslissing had genomen over het inbeslaggenomen vuurwapen. De Hoge Raad besloot om om doelmatigheidsredenen zelf de zaak af te doen en verklaarde het vuurwapen onttrokken aan het verkeer. Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de door het Hof opgelegde gevangenisstraf van een jaar naar elf maanden en een week.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling, omdat het de noodzaak benadrukt van een tijdige beslissing in cassatieprocedures en de gevolgen van overschrijding van de redelijke termijn voor de strafmaat. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor zover het de beslissing over het vuurwapen betrof, en verwerpt het beroep voor het overige.