ECLI:NL:HR:2013:BY9008
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Salduz-arrest en de rechtsgeldigheid van verhoor zonder raadsman
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 januari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1972, was aangeklaagd voor het bezit van drugs en vuurwapens. De kern van de zaak draaide om de vraag of de uitnodiging van de rechter-commissaris aan de verdachte om vrijwillig drugs en vuurwapens af te geven, kon worden aangemerkt als een verhoor in de zin van het Salduz-arrest. De verdachte had voorafgaand aan deze uitnodiging de cautie ontvangen en was geïnformeerd dat hij niet verplicht was om te antwoorden. Het Hof oordeelde dat er geen sprake was van een verhoorsituatie zoals bedoeld in het Salduz-arrest, en verwierp het verweer van de verdediging dat de verklaring van de verdachte niet tot het bewijs mocht worden gebruikt omdat hij geen advocaat had kunnen raadplegen.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld en dat de uitnodiging van de rechter-commissaris niet als een verhoor kon worden aangemerkt. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt de nuances in de toepassing van het Salduz-arrest en de rechten van verdachten tijdens het verhoor. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in situaties waarin verdachten worden geconfronteerd met vragen van de rechter-commissaris zonder voorafgaand overleg met een raadsman.