ECLI:NL:HR:2013:BY8996
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- V. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bestreden uitspraak en vermindering van de gevangenisstraf wegens overschrijding van de redelijke termijn in een zaak van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 januari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1963, was veroordeeld voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, zoals vastgelegd in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. De bedreiging vond plaats op 23 juni 2009, waarbij de verdachte zijn dochter en haar moeder bedreigde met de woorden: 'Zal ik je moeder eerst doden of jou?'. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak gedeeltelijk vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), was overschreden, wat leidde tot een vermindering van de gevangenisstraf van acht jaren naar zeven jaren en acht maanden.
De advocaat van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, had middelen van cassatie voorgesteld, maar de Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige. De Advocaat-Generaal Machielse had geconcludeerd tot vermindering van de opgelegde gevangenisstraf en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van de bedreiging toereikend was gemotiveerd door het Hof, en dat de verdachte daadwerkelijk de bedreiging had geuit, wat leidde tot de vrees bij de slachtoffers.
De Hoge Raad benadrukte dat voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht vereist is dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging. De Hoge Raad concludeerde dat de verdachte in voorlopige hechtenis zat en dat de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase gegrond was, wat resulteerde in de aanpassing van de strafmaat.