ECLI:NL:HR:2013:BY8665
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Onteigening van appartementsrechten en de verplichting tot minnelijke onderhandelingen
In deze zaak gaat het om de onteigening van appartementsrechten in het kader van de aanleg van een tunnel in de rijksweg A2 en de aanpassing van het knooppunt Kruisdonk. De Hoge Raad behandelt de vraag of de Staat verplicht was om minnelijke onderhandelingen te voeren met de appartementseigenaren, waaronder de eisers in cassatie. De onteigening vond plaats op basis van een Koninklijk Besluit, waarbij de Vereniging van Eigenaars 'Wyckerveldflat' als eigenaar van de betrokken percelen was aangewezen. De eisers, die gezamenlijk eigenaar zijn van de onroerende zaken, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Maastricht, dat de onteigening heeft toegewezen.
De Hoge Raad oordeelt dat de Onteigeningswet geen mogelijkheid biedt voor de afzonderlijke onteigening van een appartementsrecht. De wet voorziet in de onteigening van onroerende zaken, en de eigendom van een gebouw of perceel dat is gesplitst in appartementsrechten kan alleen als geheel worden onteigend. De Hoge Raad bevestigt dat de onteigening van het gebouw of perceel leidt tot het vervallen van de appartementsrechten, en dat de Staat door inschrijving van het vonnis van onteigening de eigendom kan verwerven, vrij van lasten en rechten.
Daarnaast wordt ingegaan op de verplichting van de Staat om met de appartementseigenaren te onderhandelen. De Hoge Raad concludeert dat de Staat niet verplicht was om met alle appartementseigenaren te onderhandelen, omdat de onderhandelingen met [eiser 1] al waren mislukt. De Hoge Raad verwerpt het beroep van de eisers en oordeelt dat zij geen belang hebben bij hun klachten over de onteigening van de appartementsrechten, aangezien de onteigening van de percelen als geheel rechtmatig is. De kosten van het geding in cassatie worden aan de zijde van de Staat begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.