ECLI:NL:HR:2013:BY8645

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 maart 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/01891
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en alimentatie: vaststelling draagkracht en inkomensverlies

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de vrouw en verzoekster 2 tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een echtscheiding en de daarbij behorende alimentatie, waarbij de draagkracht van de man en een mogelijk inkomensverlies aan de orde zijn. De feiten van de zaak zijn als volgt: de rechtbank 's-Gravenhage heeft op 21 april 2011 een beschikking gegeven, die later door het hof is bevestigd op 11 januari 2012. De man, die niet is verschenen in de cassatieprocedure, heeft geen verweerschrift ingediend. De advocaat-generaal J. Wuisman heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen. De advocaat van de vrouw en verzoekster 2 heeft hierop gereageerd met een brief op 25 januari 2013.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth op 29 maart 2013.

Uitspraak

29 maart 2013
Eerste Kamer
12/01891
TT/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. [De vrouw],
wonende te [woonplaats],
2. [Verzoekster 2],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTERS tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw, [verzoekster 2] en de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 364569/FA RK 10-3086 van de rechtbank 's-Gravenhage van 21 april 2011;
b. de beschikking in de zaak 200.089.872/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 11 januari 2012.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof hebben de vrouw en [verzoekster 2] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullend cassatierekest zijn aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de vrouw en [verzoekster 2] heeft bij brief van 25 januari 2013 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 29 maart 2013.