ECLI:NL:HR:2013:BY8591
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Toelating tot schuldsaneringsregeling en ontvankelijkheid cassatieberoep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, ingediend door verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.Ph. Dietz de Loos. Het cassatieberoep was ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 13 november 2012 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 25 juni 2012. De Procureur-Generaal, L. Timmerman, heeft in zijn standpunt aangegeven dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard dient te worden op basis van artikel 80a lid 1 van de Wet op de rechtsvordering (RO). De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van verzoeker geen behandeling in cassatie rechtvaardigen, omdat verzoeker klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft daarom, gehoord de Procureur-Generaal, het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.