ECLI:NL:HR:2013:BY7892
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over het Salduz-verweer en het recht op rechtsbijstand voor gedetineerden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 januari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was op 13 november 2008 in Roermond beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van een ruit van een woning. Tijdens het verhoor door de politie was de verdachte niet gewezen op zijn recht op rechtsbijstand, omdat hij op dat moment niet was aangehouden, maar zijn vrijheid om andere redenen was ontnomen. Het Hof oordeelde dat de regel uit eerdere rechtspraak, die stelt dat een verdachte recht heeft op consultatie van een advocaat voorafgaand aan het verhoor, niet van toepassing was. De Hoge Raad heeft dit oordeel verworpen en geoordeeld dat de verdachte zich in een vergelijkbare situatie bevond als een aangehouden verdachte. De Hoge Raad benadrukte dat het Hof had moeten onderzoeken of de verdachte op zijn recht op rechtsbijstand was gewezen en of hij de gelegenheid had gekregen om van dat recht gebruik te maken. Aangezien het Hof dit had nagelaten, was de verwerping van het verweer ontoereikend gemotiveerd. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof voor herbehandeling.