ECLI:NL:HR:2013:BY7844

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 maart 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/00507
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over niet-nakoming van een overeenkomst en bewijsoordeel

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen [eiser] en [verweerster] over de niet-nakoming van een overeenkomst. De Hoge Raad heeft op 15 maart 2013 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12/00507. De rechtbank Arnhem had eerder vonnissen gewezen op 17 december 2008, 4 maart 2009 en 26 augustus 2009, en het gerechtshof te Arnhem had op 20 september 2011 een arrest gewezen in de zaak 200.051.840. Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld, waarbij [verweerster] niet is verschenen. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink was om het beroep te verwerpen, met inachtneming van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van [verweerster] op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

15 maart 2013
Eerste Kamer
12/00507
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. J. Frissen,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 176185/HA ZA 08-1744 van de rechtbank Arnhem van 17 december 2008, 4 maart 2009 en 26 augustus 2009;
b. het arrest in de zaak 200.051.840 van het gerechtshof te Arnhem van 20 september 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerster] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping, waarbij toepassing van art. 81 lid 1 RO in overweging wordt gegeven.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 15 maart 2013.