ECLI:NL:HR:2013:BY7841
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatieprocedure inzake echtscheiding en nevenvoorzieningen met betrekking tot verzoekschriftprocedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingeleid door de vrouw, die echtscheiding had verzocht en tevens een aantal nevenvoorzieningen wilde treffen. De man, die niet verschenen was, had in zijn verweerschrift de verzochte nevenvoorzieningen gedeeltelijk bestreden en daarnaast zelfstandige verzoeken ingediend, waaronder een verzoek tot afwikkeling van een periodiek verrekenbeding. De rechtbank Breda had eerder in deze zaak verschillende beschikkingen gedaan, en het gerechtshof te 's-Hertogenbosch had ook uitspraken gedaan. De vrouw had beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof van 27 september 2011. De Hoge Raad heeft in zijn arrest bepaald dat de procedure zal worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure, en dat de griffier afschriften van de dagvaardingsexploten en van het arrest aan de man moet toezenden, zodat hij in de gelegenheid wordt gesteld een verweerschrift in te dienen. De Hoge Raad heeft de zaak dus niet inhoudelijk beoordeeld, maar heeft enkel de procedurele voortgang geregeld.