ECLI:NL:HR:2013:BY7755
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie in BOPZ-zaak betreffende verzoek om contra-expertise en machtiging voortgezet verblijf
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 januari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 12/04547. Het betreft een BOPZ-zaak waarin betrokkene, wonende te [woonplaats] en thans verblijvende in psychiatrisch ziekenhuis Arkin, een verzoek tot cassatie heeft ingediend tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam. Deze beschikking, gedateerd 13 augustus 2012, betreft een verzoek om contra-expertise en een machtiging voor voortgezet verblijf. De rechtbank heeft in haar beschikking geen aanleiding gezien om het verzoek van betrokkene te honoreren, waarop hij in cassatie is gegaan. De officier van justitie heeft in deze procedure geen verweerschrift ingediend, wat betekent dat er geen verweer is gevoerd tegen het cassatieverzoek.
De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, was om het beroep in cassatie te verwerpen. De advocaat van betrokkene heeft hierop gereageerd met een brief van 30 oktober 2012. De Hoge Raad heeft het geding in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het middel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de beschikking van de rechtbank Amsterdam in stand blijft. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven, die de beschikking heeft voorgelezen, en is ondertekend door de overige raadsheren.