ECLI:NL:HR:2013:BY6183

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/05367
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over bedrog door verzwijging bij totstandkoming overeenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Alternatieve Bouw en Ontwikkelingcombinatie Wateringseveld B.V. tegen de verweerders. De zaak was eerder behandeld door het gerechtshof te Amsterdam, dat op 23 augustus 2011 een arrest had gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere arresten, waaronder een arrest van 4 september 2009, waarin de stelplicht bij bedrog door verzwijging bij de totstandkoming van een overeenkomst aan de orde was. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel naar voren waren gebracht, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Alternatieve B.V. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 365,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.

Uitspraak

22 februari 2013
Eerste Kamer
11/05367
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
ALTERNATIEVE BOUW EN ONTWIKKELINGSCOMBINATIE WATERINGSEVELD B.V.,
gevestigd te Delft,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. J.F. de Groot en mr. B.T.M. van der Wiel,
t e g e n
1. [Verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. D. Rijpma.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Alternatieve B.V. en [verweerder] c.s.
1. Het geding
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het arrest in de zaak 07/12342, LJN BH7854, NJ 2009/398 van de Hoge Raad van 4 september 2009;
b. het arrest in de zaak 200.075.795/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 23 augustus 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het tweede geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Alternatieve B.V. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerder] c.s. heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor [verweerder] c.s. mede door mr. E. Nijhof, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping.
De advocaten van Alternatieve B.V. hebben bij brief van 21 december 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Alternatieve B.V. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde [verweerder] c.s. begroot op € 365,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 22 februari 2013.