ECLI:NL:HR:2013:BY6113

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/01674
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onteigening en minnelijke verkrijging

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 12/01674. De zaak betreft een geschil over onteigening en de vereisten voor een behoorlijke poging tot minnelijke verkrijging, zoals vastgelegd in artikel 17 van de Onteigeningswet. Eiser, wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Roermond van 22 februari 2012, waarin de rechtbank de vordering van eiser had afgewezen. De Gemeente Peel en Maas, als verweerder in cassatie, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank, waaronder het vonnis van 19 oktober 2011 en het vonnis van 22 februari 2012. De advocaat-generaal F.F. Langemeijer heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser beoordeeld, maar deze kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk met betrekking tot onteigening en de vereisten voor minnelijke verkrijging.

Uitspraak

8 februari 2013
Eerste Kamer
12/01674
EE/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. R. van der Zwan,
t e g e n
GEMEENTE PEEL EN MAAS,
zetelende te Panningen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. M.W. Scheltema en mr. R.T. Wiegerink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de vonnissen in de zaak 111195/HA ZA 11-545 van de rechtbank Roermond van 19 oktober 2011 en 22 februari 2012.
Het vonnis van de rechtbank van 22 februari 2012 is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de rechtbank van 22 februari 2012 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld.
De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 19 december 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 8 februari 2013.