ECLI:NL:HR:2013:BY6113
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onteigening en minnelijke verkrijging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 12/01674. De zaak betreft een geschil over onteigening en de vereisten voor een behoorlijke poging tot minnelijke verkrijging, zoals vastgelegd in artikel 17 van de Onteigeningswet. Eiser, wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Roermond van 22 februari 2012, waarin de rechtbank de vordering van eiser had afgewezen. De Gemeente Peel en Maas, als verweerder in cassatie, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank, waaronder het vonnis van 19 oktober 2011 en het vonnis van 22 februari 2012. De advocaat-generaal F.F. Langemeijer heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser beoordeeld, maar deze kunnen niet tot cassatie leiden. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
In de beslissing heeft de Hoge Raad eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk met betrekking tot onteigening en de vereisten voor minnelijke verkrijging.