2.2. Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
"5. Een ambtsedig proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD opgemaakt en op 4 januari 2005 ondertekend, voor zover inhoudende als de op 17 september 2004 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van [betrokkene 1] (aangever) - zakelijk weergegeven -:
Ik ben als curator aangesteld in het faillissement van de Stichting [A] BV. Bij vonnis van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch werd op 7 juli 2004 het faillissement uitgesproken van de Stichting. Ik heb [verdachte] opgeroepen om op 12 juli 2004 bij mij op kantoor te verschijnen en de volledige administratie mee te brengen. [Verdachte] heeft gereageerd en gezegd dat er in het geheel geen administratie was. De ex-werkneemsters hebben verklaard dat de feitelijke leiding in handen was van [verdachte]. Aangezien de administratie ontbreekt is het erg lastig om vast te stellen wie de crediteuren in het faillissement zijn. Het saldo van de voorlopig erkende concurrente vorderingen bedraagt € 9.482,50.
6. Een ambtsedig proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD opgemaakt en op 26 januari 2006 ondertekend door de opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende als de op 26 oktober 2005 tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 2] (aangever) - zakelijk weergegeven -:
Ik ben als curator aangesteld in het faillissement van [B] CV. Bij vonnis van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch werd op 15 juni 2005 het faillissement uitgesproken. [Verdachte] is de feitelijk leidinggevende/bestuurder. Ik heb op 16 juni 2005 [verdachte] om uitlevering van de gehele administratie van [B] CV verzocht. Uiteindelijke heb ik via de post een ordner ontvangen. Dit zou de gehele administratie van [B] CV zijn. Deze ordner is niet als een deugdelijke administratie te bestempelen. Het saldo van de voorlopige erkende concurrente crediteuren bedraagt € 11.977,42.
7. Een ambtsedig proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD opgemaakt en op 26 januari 2006 ondertekend door de opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende als de op 26 oktober 2005 tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 2] (aangever) - zakelijk weergegeven -:
Ik ben als curator aangesteld in het faillissement van [C] CV. Bij vonnis van de Rechtbank te Rotterdam werd op 12 september 2005 het faillissement uitgesproken. [Verdachte] is de feitelijk bestuurder van [C] CV. Ik heb meerdere keren aan [verdachte] om uitlevering van de administratie van failliet gevraagd. Op 20 oktober 2005 heeft [verdachte] mij schriftelijk laten weten dat hij niet over administratie van [C] CV beschikte. Het saldo van de tot op heden voorlopig erkende concurrente crediteuren bedraagt € 16.338,-.
8. Een ambtsedig proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD codenummer V01-05 opgemaakt en op 9 oktober 2007 ondertekend door de opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende als de op 9 oktober 2007 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte - zakelijk weergegeven -:
Ik was degene die de feitelijke leiding had van Stichting [A]. Ik trok aan de touwtjes binnen [B] CV/[C] CV. Ik voelde mij inderdaad de eindverantwoordelijke.
9. Een ambtsedig proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD codenummer G038 opgemaakt en op 11 december 2007 ondertekend door de opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende als de op 11 december 2007 tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 3] (aangever) - zakelijk weergegeven -:
Bij vonnissen van de Rechtbank te Den Haag, respectievelijk op 2 en 16 mei 2007, zijn [D] B.V. en [E] B.V. in staat van faillissement verklaard en ben ik als curator aangesteld. [E] B.V. handelde onder de naam '[F]'.
Ten laste van ABN AMRO rekening [001] ten name van [E] B.V. h.o.d. [F] is op boekdatum 24 april 2007 een bedrag van € 16.500 afgeschreven ten gunste van girorekening [003] ten name van [G] ter zake van 'deelbetaling maart 2009'.
Ten laste van ABN AMRO rekening [002] ten name van [D] B.V. is op boekdatum 24 april 2007 een bedrag van € 8.500 afgeschreven ten gunste van girorekening [003] ten name van [G] ter zake van 'deelbetaling maart 2007'.
Gezien de onderhavige feiten en omstandigheden doe ik, in mijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van [D] B.V., en [E] B.V. aangifte tegen de bestuurders [verdachte] en [betrokkene 4].
10. Een ambtsedig proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD codenummer G023-01 opgemaakt en op 30 augustus 2007 ondertekend door de opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende als de op 30 augustus 2007 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de getuige [betrokkene 5] - zakelijk weergegeven -:
Ik was bestuurder van [I] B.V. Onder [I] BV. hingen de volgende rechtspersonen: [D] BV, [E] B.V. en [J] B.V. [Verdachte] heeft al mijn bedrijven/rechtspersonen overgenomen. Ik zat in de problemen en [verdachte] had een geweldig verhaal.
11. Een ambtsedig proces-verbaal van de Belastingdienst/FIOD-ECD codenummer V01-10 opgemaakt en op 18 oktober 2007 ondertekend door de opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende als de op 18 oktober 2007 tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van de verdachte - zakelijk weergegeven -:
Ik heb samen met [betrokkene 4] besprekingen gevoerd met [betrokkene 5]. [Betrokkene 5] had een belastingschuld van enkele honderdduizenden euro's.
12. Een geschrift, te weten een fotokopie van een brief van [betrokkene 6] gericht aan [betrokkene 3], voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven -:
[Verdachte] zei mij geld op te nemen aan de balie van het ABN AMRO kantoor te Den Haag. De dame aan de balie heeft mij laten zien hoeveel saldo er was en de bedragen overgeboekt naar de rekening van [G]. Van de rekening van [E] € 16.500,00 en van [D] € 8.500,00."