ECLI:NL:HR:2013:BY4896
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- J.C. van Oven
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onrechtmatige daad en schade aan erfafscheiding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 januari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een onrechtmatige daad en schade aan een erfafscheiding. De eisers, [Eiseres 1] en [Eiser 2], hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het eindarrest van het gerechtshof te ’s-Gravenhage, dat op 29 mei 2012 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank en de tussen- en eindarresten van het hof, die aan deze uitspraak ten grondslag liggen. De eisers hebben hun cassatieberoep ingesteld omdat zij van mening zijn dat het hof onterecht heeft geoordeeld over hun vorderingen. De verweerders, [Verweerder 1] en [Verweerster 2], hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft in zijn conclusie geadviseerd om het cassatieberoep niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van de eisers geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit is gebaseerd op het feit dat de eisers klaarblijkelijk onvoldoende belang hebben bij het cassatieberoep en dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad heeft daarom het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard en de eisers veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 347,38 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, die ook deel uitmaakte van de uitspraak.