ECLI:NL:HR:2013:BY4208

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/01125
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van kinder- en partneralimentatie na echtscheiding en draagkracht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vaststelling van kinder- en partneralimentatie na een echtscheiding. De verzoekster, de vrouw, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De man, verweerder in cassatie, is niet verschenen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de voorzieningenrechter en de rechtbank Breda, alsook naar de beschikking van het hof, die aan de huidige beschikking is gehecht. De advocaat-generaal J.L.R.A. Huydecoper heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, waarbij hij artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) heeft ingeroepen. De advocaat van de vrouw heeft gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft geen nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft.

Uitspraak

8 februari 2013
Eerste Kamer
12/01125
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. M.L. Kleyn,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 209018 FA RK 09-3974 van de voorzieningenrechter te Breda van 27 oktober 2009;
b. de beschikking in de zaak 219725 FA RK 10-2343 van de voorzieningenrechter te Breda van 29 juni 2010;
c. de beschikkingen in de zaak 208345 FA RK 09-3703 van de rechtbank Breda van 12 oktober 2010 en 1 februari 2011;
d. de beschikking in de zaak HV 200.086.770/01 en HV 200.086.772/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 1 december 2011.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van de vrouw heeft bij brief van 7 december 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 8 februari 2013.