ECLI:NL:HR:2013:BY4124
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Beroepsfout bij uitvoering schaderegelingsovereenkomst en verjaring schadevordering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. L. Kelkensberg, had beroep in cassatie ingesteld tegen het hofarrest, waarin de eiseres werd verweten dat zij een beroepsfout had gemaakt door de verjaring van schadevorderingen te laten intreden. De verweerster, die als passagier betrokken was bij een verkeersongeval in Schotland op 2 augustus 1992, had een schaderegelingsovereenkomst gesloten met de eiseres. De Hoge Raad oordeelde dat de eiseres had nagelaten om tijdig de aansprakelijkheid van de betrokken motorrijders te stuiten, wat leidde tot verjaring van de vorderingen. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de verweerster voldoende had geklaagd over de beroepsfout van de eiseres, en dat de klachtplicht zoals vastgelegd in artikel 6:89 BW was nageleefd. De kosten van het geding in cassatie werden gereserveerd, met een begroting van de kosten aan de zijde van de eiseres en nihil aan de zijde van de verweerster. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige actie in schadezaken en de gevolgen van verjaring voor de aansprakelijkheid.