ECLI:NL:HR:2013:BY3235
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over nakoming koopovereenkomst en mededelingsplicht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 januari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen ARAMCO OVERSEAS COMPANY B.V. (AOC) en HANSELAND B.V. (Hanseland). AOC, gevestigd te 's-Gravenhage, heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, dat op 16 augustus 2011 was gewezen. De zaak betreft de nakoming van een koopovereenkomst, waarbij de vraag aan de orde is of er sprake was van dwaling en of de mededelingsplicht en onderzoeksplicht zijn geschonden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten, waaronder een vonnis van de rechtbank Groningen van 21 juli 2010.
De advocaat van AOC heeft de zaak toegelicht, bijgestaan door mr. L. van den Eshof, terwijl Hanseland werd vertegenwoordigd door mr. K.J.O. Jansen. De Advocaat-Generaal M.H. Wissink heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist volgens artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en AOC veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 5.965,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven, die de uitspraak heeft gedaan in aanwezigheid van de andere raadsheren.