ECLI:NL:HR:2013:BY2642

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/04677
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van de CAO voor de Gemaksvoedingsindustrie naar objectieve maatstaf

In deze zaak heeft Qizini Alphen B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 19 april 2011 werd gewezen. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld op 4 januari 2013. De kwestie betreft de uitleg van de CAO voor de Gemaksvoedingsindustrie, waarbij de Hoge Raad zich heeft gebogen over de bewoordingen van de CAO naar een objectieve maatstaf. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken en het verloop van het geding in feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Alphen aan den Rijn van 26 januari 2010. De advocaat van Qizini, mr. R.A.A. Duk, heeft het cassatieberoep ingesteld, terwijl de vereniging FNV Bondgenoten, vertegenwoordigd door mr. S.F. Sagel, zich heeft verzet tegen dit beroep. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en Qizini veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uitspraak

4 januari 2013
Eerste Kamer
11/04677
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
QIZINI ALPHEN B.V.,
gevestigd te Tilburg,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk,
t e g e n
de vereniging FNV BONDGENOTEN,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P.A. Ruig, thans mr. S.F. Sagel.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Qizini en FNV.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 856947\CV EXPL 09-1409 van de kantonrechter te Alphen aan den Rijn van 26 januari 2010;
b. het arrest in de zaak 200.056.938/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 april 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Qizini beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en het herstelexploot zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
FNV heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Qizini in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van FNV begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 4 januari 2013.