ECLI:NL:HR:2013:BY2642
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Uitleg van de CAO voor de Gemaksvoedingsindustrie naar objectieve maatstaf
In deze zaak heeft Qizini Alphen B.V. cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 19 april 2011 werd gewezen. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld op 4 januari 2013. De kwestie betreft de uitleg van de CAO voor de Gemaksvoedingsindustrie, waarbij de Hoge Raad zich heeft gebogen over de bewoordingen van de CAO naar een objectieve maatstaf. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken en het verloop van het geding in feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Alphen aan den Rijn van 26 januari 2010. De advocaat van Qizini, mr. R.A.A. Duk, heeft het cassatieberoep ingesteld, terwijl de vereniging FNV Bondgenoten, vertegenwoordigd door mr. S.F. Sagel, zich heeft verzet tegen dit beroep. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was om het cassatieberoep te verwerpen. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en Qizini veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.