ECLI:NL:HR:2013:BY1104
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschillen over ontbinding en ontruiming van bedrijfsterreinen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 januari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een huurrechtelijk geschil. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P.J.L.J. Duijsens, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 26 april 2011 was gewezen. De zaak betrof een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van achterstallige huurpenningen door de verweerder, Arsco B.V., die niet verschenen was in de cassatieprocedure. De Hoge Raad verwees naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Delft en het arrest van het hof, die aan de uitspraak waren gehecht. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het cassatieberoep te verwerpen, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook deed. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eiser niet tot cassatie konden leiden, en dat dit geen nadere motivering behoefde, gezien artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad veroordeelde de eiser in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Arsco op nihil waren begroot. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.