ECLI:NL:HR:2013:BX6710
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en vervangingsreserve
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2001. De belanghebbende, X B.V., had aanvankelijk geen aangifte gedaan voor de vennootschapsbelasting, maar na een schatting door de Inspecteur, heeft zij alsnog aangifte gedaan. De Inspecteur concludeerde dat de belanghebbende haar vervangingsvoornemen had prijsgegeven en legde een navorderingsaanslag op, waarbij de vervangingsreserve in de winst werd opgenomen.
De Rechtbank te 's-Gravenhage verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarna de belanghebbende hoger beroep instelde bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank, wat leidde tot het cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad stelde vast dat er geen geschil was over het voornemen van de belanghebbende om de in 1998 en 1999 verkochte onroerende zaken te vervangen, en dat de vervangingsreserve rechtmatig was gevormd.
De Hoge Raad concludeerde dat de Inspecteur over een nieuw feit beschikte en dat de vervangingsreserve in 2001 tot de winst van de belanghebbende moest worden gerekend. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, en oordeelde dat de bepalingen van het belastingverdrag tussen Nederland en Luxemburg niet in de weg stonden aan de belastingheffing over de boekwinst in Nederland. De uitspraak van het Hof werd bevestigd, en de proceskosten werden niet toegewezen.