ECLI:NL:HR:2013:BX4536
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie over afwijzing ontnemingsvordering wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het ging om een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de verdachte in eerste instantie was vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De Advocaat-Generaal P.C. Vegter had cassatie ingesteld en geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het Gerechtshof. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende redenen had gegeven voor de vrijspraak, waardoor de grondslag van de beslissing in deze zaak was komen te vervallen. Het middel dat klaagde over de afwijzing van de ontnemingsvordering op onjuiste gronden, werd gegrond verklaard. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling op het bestaande hoger beroep. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.