ECLI:NL:HR:2013:BX3619

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 mei 2013
Publicatiedatum
27 juni 2013
Zaaknummer
10/03925 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 mei 2013 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam. De aanvrager was veroordeeld voor 'diefstal door twee of meer verenigde personen' en kreeg een gevangenisstraf van twee weken opgelegd. De aanvraag tot herziening is ingediend door mr. R.J.M. Oerlemans, advocaat te 's-Hertogenbosch, namens de aanvrager, die in 1988 is geboren. De aanvraag berust op de stelling dat er sprake is van een persoonsverwisseling en dat de aanvrager zich ten tijde van het misdrijf niet op Nederlands grondgebied bevond.

De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft in zijn aanvullende conclusie geconcludeerd dat de aanvraag gegrond is. De Hoge Raad oordeelt dat de stellingen van de aanvrager steun vinden in de aanvullende conclusie van de Advocaat-Generaal. Dit leidt tot het ernstige vermoeden dat de Politierechter, indien hij op de hoogte was geweest van deze feiten, de aanvrager zou hebben vrijgesproken.

De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening gegrond en beveelt de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Politierechter. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling, conform artikel 472, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak benadrukt het belang van nieuwe feiten die de uitkomst van een rechtszaak kunnen beïnvloeden.

Uitspraak

21 mei 2013
Strafkamer
nr. S 10/03925 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam van 15 september 2008, nummer 13/431142-08, ingediend door mr. R.J.M. Oerlemans, advocaat te 's-Hertogenbosch, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Politierechter heeft de aanvrager ter zake van "diefstal door twee of meer verenigde personen" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
2. De aanvraag tot herziening
2.1. De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvraag berust op de stelling dat sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv. De aanvrager voert daartoe aan dat hij zich ten tijde van het gepleegde misdrijf niet op Nederlands grondgebied bevond en dat sprake is van een persoonsverwisseling.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft bij aanvullende conclusie geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren.
4. Beoordeling van de aanvraag
4.1. Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.
4.2. Hetgeen door de Advocaat-Generaal in zijn aanvullende conclusie is vermeld, geeft steun aan de stelling waarop de aanvraag berust, te weten dat in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak waarvan herziening is gevraagd sprake is geweest van een persoonsverwisseling.
4.3. Een en ander levert het ernstig vermoeden op dat de Politierechter, ware deze hiermee bekend geweest, de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.
5. Slotsom
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat hier sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv, zodat de aanvraag gegrond is en als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvraag tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Politierechter;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op de voet van art. 472, tweede lid, Sv opnieuw zal worden berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 mei 2013.