ECLI:NL:HR:2013:BX3619
Hoge Raad
- Herziening
- W.A.M. van Schendel
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 mei 2013 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam. De aanvrager was veroordeeld voor 'diefstal door twee of meer verenigde personen' en kreeg een gevangenisstraf van twee weken opgelegd. De aanvraag tot herziening is ingediend door mr. R.J.M. Oerlemans, advocaat te 's-Hertogenbosch, namens de aanvrager, die in 1988 is geboren. De aanvraag berust op de stelling dat er sprake is van een persoonsverwisseling en dat de aanvrager zich ten tijde van het misdrijf niet op Nederlands grondgebied bevond.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft in zijn aanvullende conclusie geconcludeerd dat de aanvraag gegrond is. De Hoge Raad oordeelt dat de stellingen van de aanvrager steun vinden in de aanvullende conclusie van de Advocaat-Generaal. Dit leidt tot het ernstige vermoeden dat de Politierechter, indien hij op de hoogte was geweest van deze feiten, de aanvrager zou hebben vrijgesproken.
De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening gegrond en beveelt de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Politierechter. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling, conform artikel 472, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak benadrukt het belang van nieuwe feiten die de uitkomst van een rechtszaak kunnen beïnvloeden.