ECLI:NL:HR:2013:BX0942
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- E.N. Punt
- C.H.W.M. Sterk
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Vergoeding immateriële schade bij overschrijding redelijke termijn in belastinggeschillen
In deze zaak gaat het om een verzoek om vergoeding van immateriële schade in verband met de overschrijding van de redelijke termijn in belastinggeschillen. De belanghebbende, X, had een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd gekregen voor het jaar 1998. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. De Rechtbank te Haarlem heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de aanslag verminderd tot nihil. De Inspecteur ging in hoger beroep bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en de aanslag opnieuw verminderde. Hierna heeft de belanghebbende cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 19 april 2013 geoordeeld dat een verzoek om vergoeding van immateriële schade bij overschrijding van de redelijke termijn niet voor het eerst in cassatie kan worden gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van de belanghebbende niet tot cassatie konden leiden, omdat deze geen verzoek om schadevergoeding had ingediend bij het Hof. Het Hof was derhalve niet verplicht om hierover te beslissen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 19 april 2013.