ECLI:NL:HR:2013:994

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 oktober 2013
Publicatiedatum
21 oktober 2013
Zaaknummer
13/01767
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake Algemene nabestaandenwet

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 oktober 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De Centrale Raad had op 26 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de Rechtbank te Alkmaar, die betrekking hadden op besluiten van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ingevolge de Algemene Nabestaandenwet. Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij verschillende klachten aangevoerd. De SVB heeft hierop een verweerschrift ingediend, waarna belanghebbende een conclusie van repliek heeft ingediend.

De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Daarnaast heeft de Hoge Raad overwogen dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Deze uitspraak is gedaan door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en is openbaar uitgesproken op 18 oktober 2013.

Uitspraak

18 oktober 2013
nr. 13/01767
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroepvan 26 februari 2013, nrs. 11/1678 ANW en 11/1679 ANW, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de Rechtbank te Alkmaar (nrs. 09/2491 ANW en 10/2533 ANW) betreffende besluiten van de Sociale verzekeringsbank (hierna: de SVB) ingevolge de Algemene nabestaandenwet.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De SVB heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2.Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2013.