Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
Een proces-verbaal van verhoor van de Gemeente Amsterdam, Dienst Werk en Inkomen, van 19 juli 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde buitengewoon opsporingsambtenaar [verbalisant], doorgenummerde pagina 20 e.v. van het dossier.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 19 juli 2007 tegenover genoemde verbalisant afgelegde verklaring van verdachte:
[verdachte], geboren [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats]:
Ik woon sinds 17 mei 2005 op de [a-straat 1]. Ik ken [betrokkene 1] sinds een jaar of acht.
Uit onderzoek is gebleken, dat [betrokkene 1] veelvuldig bij u op de [a-straat 1] verbleef. Kunt u dat toelichten?
[betrokkene 1] was bang en daarom was ze vaak bij mij. Daarom was ze vaker bij mij thuis. Als ik daardoor als verdachte wordt aangemerkt, dan is het maar zo. We hebben samen een kind. Ze had een eigen bed bij mij thuis. [betrokkene 1] was er heel vaak, dat geef ik toe. [betrokkene 1] was bijna nooit op de [b-straat 1].
Wie doet de boodschappen?
Ze doet voor haar zelf boodschappen en soms haalt ze iets voor mij. Ik haal ook eten voor mijn kind.
Wie verzorgt u als u ziek bent?
[betrokkene 1]
Wie doet het huishouden?
[betrokkene 1]
Wat kunt u vertellen over de voorwaarden waaronder de uitkering van [betrokkene 1] werd verstrekt?
Ze heeft wel eens van die maandbriefjes van de Sociale Dienst bij mij thuis ingevuld.
Ik had veel schulden en die kon ik niet meer aan. Ik zit in de schuldsanering.
Wat zou de Dienst Werk en Inkomen hebben gedaan als zij op de hoogte waren geweest van deze samenwoning?
Dan zouden ze de uitkering hebben beëindigd.
Waarom heeft u niet bij de Dienst Werk en Inkomen gemeld dat u samenwoonde met [betrokkene 1]?
Waarom wel? Als ik had geweten dat dit een rechtszaak zou worden, dan had ik het wel gemeld.
2. Een proces-verbaal van verhoor van de Gemeente Amsterdam, Dienst Werk en Inkomen, van 17 juli 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde buitengewoon opsporingsambtenaar [verbalisant], doorgenummerde pagina 14 e.v. van het dossier.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 17 juli 2007 tegenover genoemde verbalisant afgelegde verklaring van de getuige [betrokkene 1]:
U staat sinds 21 november 2006 ingeschreven op het adres [a-straat 1] te Amsterdam. Met wie woont u daar?
Met [verdachte] en mijn kinderen [betrokkene 2] en [betrokkene 3]. Ik ken hem sinds ongeveer zeven jaar.
U stond van 9 augustus 2005 tot en met 21 november 2006 ingeschreven op het adres [b-straat 1] te Amsterdam. Met wie woonde u daar?
Ik woonde daar met [betrokkene 3].
Ik ontving een uitkering in de periode september 2005 tot september 2006. Ik was vaker op de [a-straat 1] dan op de [b-straat 1].
Wie betaalt de rekeningen?
[verdachte].
Wie doet de boodschappen?
Samen.
Wie doet het huishouden?
Ik en soms [verdachte].
Ik toon u de inkomstenverklaringen van 01/2005 tot en met 08/2005. Herkent u de handtekeningen?
Dat zijn mijn handtekeningen.
Ik toon u de inkomstenverklaringen 01/2006 tot en met 05/2006. Herkent u de handtekeningen?
Dat zijn mijn handtekeningen.
Waar heeft u de formulieren ingevuld en ondertekend?
Soms op de [b-straat 1] en soms bij [verdachte].
U heeft op de getoonde formulieren niet gemeld dat u feitelijk samenwoonde met [verdachte] op de [a-straat 1]. Waarom heeft u dat niet gemeld?
Ik wist niet dat het moest.
Waarom stond u dan niet gewoon bij [verdachte] ingeschreven en na de beëindiging van de uitkering wel?
Ik kreeg een baan. Ik had aan de Sociale Dienst gevraagd wat er zou gebeuren wanneer ik bij [verdachte] zou staan ingeschreven. Toen werd mij verteld, dat de uitkering beëindigd zou worden. Toen ik geen uitkering meer kreeg, kon ik me dus gewoon inschrijven bij [verdachte].
Wat zou er met uw uitkering zijn gebeurd als u deze inlichtingen wel had medegedeeld aan de DWI?
De eerste keer hebben ze de uitkering beëindigd, dus ik neem aan dat ze de tweede keer ook de uitkering zouden hebben beëindigd.
3. Een proces-verbaal van relaas van uitkeringsfraude van de Gemeente Amsterdam, Dienst Werk en Inkomen, van 14 augustus 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde buitengewoon opsporingsambtenaar [verbalisant], doorgenummerde pagina 1 tot en met 13 van het dossier.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als het relaas van onderzoek van genoemde verbalisant: