ECLI:NL:HR:2013:887

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 oktober 2013
Publicatiedatum
8 oktober 2013
Zaaknummer
11/03894
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over strafmotivering bij herhaalde veroordelingen voor verkeersdelicten

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte was veroordeeld voor het rijden zonder verzekering. De Hoge Raad oordeelt dat de strafmotivering van het Hof ontoereikend is. De verdachte, geboren in 1975, had eerder vier keer soortgelijke veroordelingen gehad, maar het Hof heeft niet voldoende onderbouwd dat deze veroordelingen ten tijde van het tenlastegelegde onherroepelijk waren. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de strafoplegging en terugwijzing naar het Hof. De Hoge Raad volgt deze conclusie en vernietigt de uitspraak van het Hof, maar alleen wat betreft de strafoplegging. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling van de straf. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige. Dit arrest is gewezen op 8 oktober 2013.

Uitspraak

8 oktober 2013
Strafkamer
nr. S 11/03894
SG/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 29 juli 2011, nummer 20/004321-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de strafoplegging en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, met verwerping van het beroep voor het overige.
2 Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt over de strafmotivering.
2.2.
De verdachte is ter zake van "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden" veroordeeld tot een werkstraf van 28 uren, subsidiair 14 dagen hechtenis, met ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De strafoplegging is als volgt gemotiveerd:
"Anders dan de advocaat-generaal heeft gevorderd, acht het hof het opleggen van een geldboete niet passend. Het hof overweegt dat uit een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie is gebleken dat verdachte reeds vier maal eerder is veroordeeld ter zake soortgelijke feiten. De bij die veroordelingen opgelegde straffen hebben verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw te rijden in een personenauto, zonder dat hij daarvoor een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen had gesloten en in stand gehouden. Het hof zal aan de verdachte een taakstraf, bestaande uit het verrichten van een werkstraf, voor het hieronder te vermelden aantal uren opleggen."
2.3.
De vaststelling "dat verdachte reeds vier maal eerder is veroordeeld ter zake soortgelijke feiten", waarmee tot uitdrukking is gebracht dat die veroordelingen ten tijde van het tenlastegelegde onherroepelijk waren, is niet zonder meer begrijpelijk aangezien voormeld uittreksel daarvoor geen steun biedt. De strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd.
2.4.
Het middel is terecht voorgesteld.

3.Slotsom

Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op
8 oktober 2013.