Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
3.Slotsom
4.Beslissing
8 oktober 2013.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal van elektriciteit, gepleegd tussen 26 juni 2007 en 17 juli 2007. De strafoplegging van drie maanden gevangenisstraf was gemotiveerd door het hof, waarbij rekening werd gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof had vastgesteld dat de verdachte reeds meerdere keren was veroordeeld voor soortgelijke feiten, maar de Hoge Raad oordeelde dat de motivering van de strafoplegging ontoereikend was. De Hoge Raad merkte op dat de vaststelling van eerdere veroordelingen niet voldoende was onderbouwd met bewijs uit de Justitiële Documentatie, waardoor de strafoplegging niet begrijpelijk was. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de straf.