Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
4.Slotsom
5.Beslissing
E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
8 oktober 2013.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij de verdachte was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 486 dagen voor deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De Hoge Raad heeft op 8 oktober 2013 uitspraak gedaan. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 3 tenlastegelegde feit en de strafoplegging. De Hoge Raad oordeelde dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie konden leiden, maar dat ambtshalve moest worden beoordeeld of het recht tot strafvervolging was vervallen wegens verjaring. De Hoge Raad concludeerde dat de verjaringstermijn in dit geval was overschreden, waardoor de Officier van Justitie niet-ontvankelijk werd verklaard in de vervolging voor het onder 3 tenlastegelegde feit. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof voor herbehandeling van de strafoplegging. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot verjaring in strafzaken.