Uitspraak
[X] ltd.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de
Rechtbank te ’s-Gravenhagevan 8 oktober 2012, nr. AWB 12/2775, betreffende een aanslag in de parkeerbelasting, nr. [001].
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2013 uitspraak gedaan over het cassatieberoep van [X] ltd. tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te ’s-Gravenhage. Het cassatieberoep was ingesteld tegen de uitspraak van 8 oktober 2012, waarin een aanslag in de parkeerbelasting werd behandeld. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. De partij die het cassatieberoep heeft ingesteld, had klaarblijkelijk onvoldoende belang bij het cassatieberoep, of de klachten konden niet tot cassatie leiden. Daarom heeft de Hoge Raad, met toepassing van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie, het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en is een belangrijke uitspraak in het bestuursrecht en belastingrecht, waarbij de Hoge Raad de grenzen van de ontvankelijkheid van cassatieberoepen heeft verduidelijkt.