ECLI:NL:HR:2013:805

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 september 2013
Publicatiedatum
30 september 2013
Zaaknummer
13/02429
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van het beroep in cassatie wegens gebrek aan gronden

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 september 2013 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie met nummer 13/02429. Het beroep was ingesteld door belanghebbende tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 4 april 2013, waarin een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2008 was opgelegd. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet voldeed aan de eisen van artikel 6:5, lid 1, letter d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel vereist dat het beroepschrift de gronden van het beroep bevat, wat in dit geval ontbrak.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende op 24 mei 2013 per aangetekende brief in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen. Deze brief is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, maar belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid om het verzuim te corrigeren. Aangezien herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden, heeft de Hoge Raad, in overeenstemming met artikel 6:6 van de Awb, besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren.

De Hoge Raad heeft ook overwogen dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken, waarbij de raadsheer C. Schaap als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, en de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma aanwezig was.

Uitspraak

27 september 2013
nr. 13/02429
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het
Gerechtshof te 's-Hertogenboschvan 4 april 2013, nr. 12/00324, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2008 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
Bij aangetekende brief van 24 mei 2013, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim te herstellen. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Nu herstel van het verzuim niet heeft plaatsgevonden, zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2013.