De aanvulling op het verkorte arrest als bedoeld in art. 365a Sv houdt het volgende in:
"1. De eigen verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 20 april 2010, zoals genoemd in de noten 1 en 8 van het verkort arrest en zoals daar weergegeven op de pagina's 2 en 3 onder "bewijsoverweging".
2. De eigen verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 8 juli 2011, zoals genoemd in noot 8 van het verkort arrest en zoals daar weergegeven op pagina 3 onder "bewijsoverweging".
3. De in de noten 2 tot en met 7 van het verkort arrest genoemde processen-verbaal, alle in de wettelijk voorgeschreven vorm opgemaakt, voor zover de inhoud daarvan in het verkort arrest wordt weergegeven op de pagina's 2, 3 en 4 daarvan onder "bewijsoverweging".
4. De verklaring van de getuige [betrokkene 1], afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 20 april 2010, inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Het protocol is dat mensen (het hof begrijpt: werknemers van KLM Catering Services) moeten meewerken aan een controle.
5. Een proces-verbaal met nummer PL27RR/09-061855, op 20 augustus 2009 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2].
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als bevindingen van verbalisanten of een van hen:
Op 20 augustus 2009 omstreeks 12.40 uur kregen wij van de contactpersoon KLM security te horen dat wij ons moesten melden bij de beveiligingsloge van het KLM Catering Service gebouw. Wij zijn samen met [betrokkene 3], hoofd personeelszaken van KLM Catering Service (KCS), naar een kantoorruimte gelopen waar het aangetroffen pakket was veiliggesteld. In het kantoor zagen wij een prullenbak, met daarin een blauwe vuilniszak. Wij zagen dat [betrokkene 3] de vuilniszak opzij deed en een met doorzichtig plastic omwikkeld pakket, inhoudende een witte stof, uit de prullenbak haalde. Wij zagen dat onder het doorzichtige plastic zich een zwarte korrelige substantie bevond, die leek op gemalen peper.
Om 12.51 uur heb ik, [verbalisant 2], met een fretboor een gaatje geprikt in het aangetroffen pakket. Wij zagen dat bij terugtrekking van de fretboor aan het uiteinde daarvan een witte stof bleef kleven, die qua kleur en samenstelling geleek op cocaïne.
Ik, [verbalisant 2], heb hierop de aangetroffen witte stof getest met een van rijkswege verstrekte MMC-cocaïnetest. Wij zagen een positieve blauwe kleurreactie, wat betekent dat de aangetroffen witte stof vermoedelijk cocaïne bevat. Vervolgens hebben wij het voornoemde pakket in beslag genomen.
Om 12.55 uur hebben wij [verdachte] aangehouden terzake vermoedelijke overtreding van artikel 2 van de Opiumwet.
6. Een proces-verbaal met nummer PL27RR/09-061855, op 29 augustus 2009 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4].
Dit proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen betreffende verdachte [verdachte] houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als bevindingen van verbalisanten of een van hen:
Bij een nader onderzoek van de aangetroffen verdovende middelen, zijnde vermoedelijk cocaïne, zagen wij het volgende:
Een pakket omwikkeld met transparant folie. Wij hebben het pakket uitgepakt en netto gewogen. Het nettogewicht bedroeg 990,1 gram.
Vervolgens nam ik. [verbalisant 4], een representatief monster van de aangetroffen stof, bestemd om ter analyse te worden overgebracht naar het Douanelaboratorium te Amsterdam.
Bij het District Koninklijke Marechaussee Schiphol zijn voornoemde monsters (het hof begrijpt: voornoemd monster) vastgelegd door middel van een Sporen Identificatie Nummer: AAAJ5499NL.
7. Een deskundigenrapport, op 14 september 2009 in de wettelijke vorm opgemaakt door drs. M.M. Sarneel, hoofdscheikundige bij het Douane Laboratorium van de Belastingdienst te Amsterdam.
Dit rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als bevindingen van genoemde deskundige:
Op 11 september 2009 ontving ik van het district Koninklijke Marechaussee Luchtvaart Schiphol, van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] 1 witte envelop met daarin AAAJ5499NL) 1 verzegeld plastic zakje met wit, korrelig materiaal.
ONDERZOEK
Het materiaal werd onderzocht met behulp van microchemische reacties en met behulp van gaschromatografie met massaselectieve detectie.
CONCLUSIE
Het materiaal AAAJ5499NL bevat cocaïne."