Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 13 juni 2010 van de politie Haaglanden, nr. PL1514 2010121717-1, welk proces-verbaal onder meer inhoudt - zakelijk weergegeven - als de op 13 juni 2010 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] (blz. 71-72):
Op 13 juni 2010 ben ik onder anderen met mijn broer naar [a-straat 1] te [plaats] gereden om te praten over de relatie van [verdachte] en [betrokkene 2]. Wij zijn al jaren bevriend met de familie [betrokkene 2]. Ik ben met mijn broer naar de voordeur gelopen en heb aangebeld. Ik zag in de woning een jongen voor het raam staan. Ik zag dat deze jongen het raam opende. Ik hoorde een knal en voelde ineens een hevige pijn in mijn linkeroog. Ik ben met een geweer beschoten.
2. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 14 juni 2010 van de politie Haaglanden, nr. PL1514 2010121717-28, welk proces-verbaal onder meer inhoudt - zakelijk weergegeven - als de op 14 juni 2010 afgelegde verklaring van [betrokkene 3] (blz. 105-106):
Na aankomst bij de woning van de ex-vriend van [betrokkene 2] stapte ik uit de auto. Ik zag dat mijn broer [betrokkene 1] aanbelde bij de woning. Ik liep toen naar mijn broer toe en zag voor een open raam van de woning een jongen staan met een geweer in zijn beide handen. Ik zag dat de jongen een naar zich toe trekkende beweging maakte, dat hij de loop van het geweer richtte op het hoofd van mijn broer en dat mijn broer op dat moment in de richting van het openstaande raam keek. Ik hoorde een geluid dat ik eerder op de kermis had gehoord bij schiettenten.
3. De ter terechtzitting in hoger beroep van 30 maart 2012 door de verdachte afgelegde verklaring, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Ik was op 13 juni 2010 thuis. Op enig moment ging de deurbel. Er stonden twee mannen bij ons voor de deur. Ik bevond mij op dat moment op de begane grond. Ik ben snel via de trap naar de eerste verdieping gegaan, heb me naar een kamer begeven, daar een luchtbuks gepakt en er een kogel in gestopt. De kogeltjes lagen bij het wapen, in een bakje. Ik heb het raam geopend en vanuit dat raam gericht geschoten. Ik was boos, omdat de politie mij die dag niet serieus had genomen door geen aangifte van een mishandeling van mij op te willen nemen. Ik heb daarom niet aan een andere oplossing gedacht en heb geschoten. Ik wist dat de luchtbuks verwondingen kon veroorzaken. Ik had niet vaker met de buks geschoten.
4. Een geschrift, zijnde een brief d.d. 23 juli 2010, ondertekend door dr. P.R. van den Biesen, oogarts. Deze brief (die zich bevindt bij de stukken betreffende de civiele vordering van het slachtoffer) houdt, zakelijk weergegeven, onder meer in:
Wij zagen [betrokkene 1] op 14 juni 2010 wegens een verwonding van het linkeroog door een kogel. De kogel bleek dwars door het oog te zijn gegaan en zich achter de oogbol in de oogkas te bevinden. Op 16 juni 2010 heb ik het linkeroog geopereerd. In het oog was de schade zo groot dat er geen mogelijkheden voor herstel van enige gezichtsscherpte waren. De oogdruk is weggevallen en het oog is kleiner geworden.
5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juni 2010 van de politie Haaglanden, nr. PL1514 2010121717-19, welk proces-verbaal onder meer inhoudt - zakelijk weergegeven - als verklaring van verbalisanten (blz. 119):
In de woning aan [a-straat 1] te [plaats] troffen wij een luchtbuksgeweer aan. Ik, verbalisant Deutekom, heb het wapen veiliggesteld.
6. Een proces-verbaal d.d. 29 juni 2010 van de politie Haaglanden, nr. 2010121717, WEN nr. 174/2010-28, welk proces-verbaal onder meer inhoudt - zakelijk weergegeven - als verklaring van verbalisant (blz. 145):
Het aangetroffen wapen is een luchtdrukgeweer. Het wapen is geschikt om projectielen door een loop af te schieten."