ECLI:NL:HR:2013:695

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 september 2013
Publicatiedatum
12 september 2013
Zaaknummer
12/02495
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg contractsbepaling en material breach in Curaçaose zaak

In deze zaak, die op 13 september 2013 door de Hoge Raad der Nederlanden werd behandeld, gaat het om een verzoek tot cassatie van Juno Holdings N.V., gevestigd op Curaçao, tegen Macquarie Bank Limited, gevestigd in Australië. Juno heeft cassatie ingesteld tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dat op 21 februari 2012 was gewezen. De zaak betreft de uitleg van een contractsbepaling en de vraag of er sprake is van een 'material breach'. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen van 19 april 2010.

Tijdens de cassatieprocedure heeft de advocaat van Macquarie het beroep van Juno toegelicht. De Advocaat-Generaal J.B.M.M. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. Volgens de Hoge Raad leiden deze klachten niet tot cassatie, en is er geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Juno verworpen en Juno veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Macquarie zijn begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth.

Uitspraak

13 september 2013
Eerste Kamer
nr. 12/02495
RM/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
JUNO HOLDINGS N.V.,
gevestigd op Curaçao,
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. M.J. van Basten Batenburg,
t e g e n
de rechtspersoon naar het recht van Australië MACQUARIE BANK LIMITED,
gevestigd in Australië,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.W.H. van Wijk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Juno en Macquarie.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak AR 262/2008 van het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 19 april 2010;
b. de vonnissen in de zaak AR 262/08 - H 7/11 - GH 33696 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 24 augustus 2010 en 21 februari 2012.
Het vonnis van het hof van 21 februari 2012 is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het vonnis van het hof van 21 februari 2012 heeft Juno beroep in cassatie ingesteld.
Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Macquarie heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor Macquarie toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.B.M.M. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Juno in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Macquarie begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
13 september 2013.